Toelichting bij het invullen van je design m.b.v. de SeNSeS-methode
De SeNSeS-methode is een handige ruggesteun om je presentatie op te bouwen en vervolgens voor te dragen. Het gaat over het inzetten van je zintuigen binnen een kader van opbouw, inhoud en voordracht.
See – e – Note – Store – e – Show
1 Thema
Waar gaat jouw presentatie over? Welk thema kun je onderscheiden? Wat is de rode draad, zou je er een titel boven kunnen hangen? Wat wil je gaan vertellen, wat is je boodschap? En waarom wil je dit vertellen? Is er behoefte aan? (Dit is de eerste stap, (to SEE), voel aan waar de behoefte en vraag ligt)
2 Doelgroep
Hoe goed ken je jouw publiek? Doelgroep in kaart brengen behoort ook tot die eerste stap (to See). Zet je zintuigen op scherp en kijk, hoor, en voel wat je publiek wil, waar ze staan, wat ze nodig hebben, voor optimale afstemming. Zij zijn degene waarom jij op het podium staat. Welk voordeel zoeken ze? Waarmee kun jij ze van dienst zijn ? Welk probleem los jij op? In hoeverre zijn ze al bekend met het thema? Hoe vergroot je de relevantie van jouw boodschap? Als je dit goed doet, komt je boodschap aan.
3 Doelstellingen
Met jouw presentatie beïnvloed je jouw publiek. Jij biedt nieuwe inzichten. Je prikkelt emoties en maakt mensen enthousiast voor jouw thema. Welk gedrag wil je dat mensen naderhand vertonen? Wil je ze naar een website verwijzen om een video te bestuderen? Wil je dat ze anders met hun klanten omgaan? Beschrijf vooraf wat je wil, zodat je tijdens het maken van je presentatie kunt bepalen of je nog steeds doelgericht bezig bent.
Kennis: Wat moeten ze weten of nooit meer vergeten?
Houding: Wat moeten ze ervan vinden? Waarom is dit belangrijk?
Gedrag: Wat moeten ze daarna doen of laten?
Dis is de tweede stap (to Note), je noteert en structureert en transformeert je bevindingen in heldere doelen.
4 De presentatie
Dit is stap 3 in de methode (to Store). Hier ga je managen wat je in stap 1 en 2 hebt gedaan en pas je je verhaal aan bovenstaande aan. De klassieke presentatie-opbouw verloopt in drie fasen: opening, inhoud, afsluiting. Oftewel, kop, romp, staart.
Kop (je publiek stap voor stap meenemen in het thema)
– Pak direct de aandacht en varieer met minimaal 3 prikkels: confronterende vragen, pittige meningen of bijzondere feiten & cijfers, een anekdote.
– Laat zien welk voordeel je biedt voor je publiek. Meer status, meer rendement, meer gemak of meer zekerheid?
– Versterk je geloofwaardigheid en zet jezelf neer als een expert. Als het publiek jouw expertise erkent, dan verdwijnt de weerstand.
– Beïnvloed de emoties van het publiek met een herkenbaar en goed gestructureerd verhaal (zie punt 6).
Romp (de kern van je boodschap vertellen, onderbouwen, laten beleven)
Inhoud: welke inzichten wil je delen? Een model, video, onderzoek, casus,…?
Interactie: kun je de interactie en beleving versterken met een dynamische opdracht of verhelderende discussie?
Story: wil je een inzicht extra belichten of de urgentie vergroten? Trigger de emoties van jouw publiek met een pakkend verhaal (zie punt 6).
Staart (Concretiseren, gericht op vervolgmogelijkheden)
Samenvatten: alles nog een keer op een rij. Maak een handige checklist.
Conclusie: versterk de relevantie en de urgentie.
Aanbeveling: wa is de beste route? Hoe nu verder?
Story: nog een aantrekkelijke slot-anekdote vertellen? Zie punt 6.
Reacties: Laat mensen reageren op jouw presentatie. Stel zelf actief vragen: “Welke kansen zien jullie?”
Call-2-Action: Geef aan welke vervolgstappen mensen kunnen zetten die ermee verder willen.
5 Hulpbronnen
Argumentatielijn (Hoe onderbouw je jouw inzichten?)
– Pijn/ambitie: wat is het probleem? Welke kansen zie jij?
– Oplossing: wat ga jij doen? Hoe los je het op?
– Argument/USP: waarom is dat de beste oplossing?
– Voordeel: hoe wordt iedereen daar beter van?
– Bewijs/Story: waaruit blijkt dat?
Golden circles (informeren versus inspireren)
1) What: buitenste cirkel = informatieve boodschap
2) How: middelste cirkel = interessante boodschap
3) Why: binnenste cirkel = inspirerende boodschap
Verhaaldomeinen (Op zoek naar brandstof voor prikkelende verhalen?)
Persoonlijk: verhalen over thuis, kinderen, familie en vrienden én successen en mislukkingen.
Casus: praktijkvoorbeelden met klanten, relaties en belanghebbenden. Of de verhalen achter de bijzondere kenmerken van jouw aanbod.
Geleend verhaal: verhalen van anderen!
Verzonnen verhaal: “stel dat jij op een dag…”
Oorsprong van jouw overtuiging: waarom is dit belangrijk voor jou? Hoe is dit allemaal begonnen?
Kortom, met welke verhalen kun jij je punt maken én versterken?
6 Story
De vierde stap is de Show. Je mag gaan voordragen. Beeldend vertellen maakt alles leuker. Met welk slim gestructureerd en herkenbaar verhaal kun jij je boodschap versterken?
1) Set the scene (waar en wanneer speelt het verhaal zich af)
2) Introduce the characters (over wie gaat dit verhaal?)
3) Begin the journey (wat is de situatie voordat er iets moest veranderen? Wat is het streven?)
4) Encounter the obstacle (wat is de onverwachte wending (obstakel) in het verhaal, voor welke worsteling/strijd om je te staan?)
5) Overcome the obstacle (welke opeenstapeling van gebeurtenissen vindt er vervolgens plaats. Laat gestructureerd zien hoe je die ‘obstakels’ het hoofd biedt en overwint)
6) Resolve the story (transformatie: hoe eindigt het verhaal)
7) Make the point: (wat is je punt in bredere context?)
8) Ask the question: (met welke retorische vraag confronteer je het publiek met dit inzicht?)
9) Repeat the point: Wat levert dit inzicht het publiek op?
7 Resultaten
Uiteindelijk wil jij vooruitgang stimuleren. Iets bereiken met jouw boodschap. Ja toch? Waar richt jij je op? Hoeveel mensen moeten aanhaken of klant worden? Hoeveel omzet wil je daarmee realiseren? En wanneer wil je dat gerealiseerd hebben? Kortom, met welke resultaten ben je uiteindelijk tevreden? Ga na of je met jouw presentatie voldoende vooruitgang stimuleert.
Na het invullen je presentatieskills vergroten? Check de training Presenteren met impact
Na deze training:
- Kom je makkelijker uit je woorden voor publiek
- Breng je krachtig een boodschap over
- Presenteer je met meer zelfvertrouwen
- Presenteer je in een persoonlijk stijl die bij je past
- Bereid je met minder tijd en energie een presentatie voor
- Heb je een eigen presentatie voorbereid
- Kunt je jouw publiek boeien, inspireren en aanzetten tot handelen